Golven lagen frequenties

Jij verhuisde naar de zee en ik was een golfmens van een andere slag. Je had dat meteen herkend omdat jij er ook zo een was. Toen ik de receptie binnenstapte met een soort van stamp-lopen dat me droeg en waar ik me goed bij voelde en me bij iedere stamp bewust van was, stelde ik me stellig voor: hoi jij bent ah ok. En terwijl dit gebeurde bleven we elkaar onophoudelijk aankijken. Er was een weg recht van mijn blauwe ogen naar jouw blauwe ogen. Het raakte me.

Ik beschreef de intuïtieve bewegingen van aikido, jouw antwoord was ja, maar wat jij nu beschrijft is het hele hoge onbereikbare onmogelijke wat eigenlijk niemand voor elkaar krijgt behalve een yogi misschien die zijn hele leven op zijn hoofd heeft gestaan. En zelfs die, zelfs die, zal er moeite mee hebben.

Waarom ontzeggen we onszelf aan onszelf?

Op de terugweg legt mijn broertje me stapsgewijs en stelselmatig uit wat moderniteit is en wat post-moderniteit en dat post-modern dus ouderwets is. Hij trekt zich niets aan van de mensen die hem een zes gaven en beschouwt het als een bevestiging van zijn eigen gelijk. Ik ben, als altijd, onder de indruk.

In de auto draaien we muziek die me hypnotiseert, ik ben weer zo verbaasd door de dag en haar ontwikkelingen. De tonen sussen me.

“Ben je gevoelig?” vroeg jij. “Ja,” zei ik “is niet iedereen .. ?”

Mijn hart zit in een bloem. Een bloem heeft zich gevormd om mijn hart. Ik weet niet precies hoe dit zo gekomen is, door de muziek en hoe dat stroomt, of misschien een optelsom van al die uren in gedachten.

Als we zoenen vind ik het zo eng.

Ik denk dat we in lagen leven.

In de oppervlaktelaag doet alles ertoe: “jamaar, hij zei” en “zij is echt zooo” “nee dat kan echt niet!”

In deze laag doet niets ertoe.